In de nieuwsbrief van maart zijn we kort ingegaan op de voortgang van de programmalijn Netwerken, Ringen en de Stad (NRS) en het opstellen van de vier ontwikkelperspectieven. In de periode van maart tot mei zijn deze ontwikkelperspectieven verder uitgewerkt. Ook heeft de programmaraad van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid afgelopen april aangegeven welke informatie nog nodig is om vervolgstappen te zetten, zodat er in het najaar tijdens het volgende BO MIRT keuzes gemaakt kunnen worden. In dit artikel lees je meer over de huidige stand van zaken.

In het kort

Het doel van de vier ontwikkelperspectieven is om de impact van de verschillende oplossingen op het gebied van verstedelijking en bereikbaarheid in de MRA goed zichtbaar te maken. Er wordt uiteindelijk dus niet voor één van de perspectieven gekozen. Aan de hand van de perspectieven worden keuzes gemaakt. Deze keuzes gaan bijvoorbeeld over het gebruik van de A10, ov- en/of autogebruik en de verdeling van woningen binnen de MRA.

Voortgang

Na de bijeenkomst over Netwerken, Ringen en de Stad in januari zijn de ontwikkelperspectieven verder aangevuld en aangescherpt. Momenteel liggen er de volgende vier perspectieven:

1. De lineare metropool

In dit perspectief is het uitgangspunt dat er een verschil is tussen het zuiden en het noorden van Amsterdam. In het zuiden wordt de ruimte sterk verdicht in de richting van Schiphol en Utrecht. Hier wordt wonen en werken gecombineerd. Er wordt sterk geïnvesteerd in de wegen en het ov-netwerk langs deze corridor. In het noorden wordt vooral ingezet op het verdichten met woningen. Hier zal een snelle verbinding zijn richting de zuidcorridor.

2. De compacte metropool

In de compacte metropool wordt (de agglomeratie van) Amsterdam maximaal verdicht met woningen en werkgelegenheid. Er wordt daarbij ingezet op een sterke verbinding tussen grote steden en belangrijke economische regio’s. Het ov wordt ontvlochten waarbij de nadruk komt te liggen op (inter)nationale spoorverbindingen. Verder wordt de A9/A5 geoptimaliseerd als gedeeltelijke tweede ring.

3. De Tapijtmetropool

In de Tapijtmetropool wordt de verstedelijkingsopgave verspreid binnen de regio, waarbij er buiten de bestaande kernen woningen worden gebouwd. De woningbouw sluit hierbij aan op de bestaande en wenselijke woonwensen en -milieus. Het autonetwerk wordt uitgebreid. Het ov bestaat voornamelijk uit de HOV-bus. De draaischijf rond Amsterdam voor de auto wordt verlegd naar de tweede ring (A9/A5/nieuw tracé) en derde ring (A27/N201/Bereikbaarheid Bollenstreek Duinpolderweg). Amsterdam Centraal wordt aangewezen als het internationale hoofdstation.

4. De Netwerkmetropool

De verstedelijkingsopgave wordt in de Netwerkmetropool verspreid binnen de verschillende regionale centra. In deze centra komt een diversiteit aan woon- en werkmilieus. Er wordt geïnvesteerd in een regionale schaalvergroting voor ov. De sprinters en de lightrail krijgen daarbij voorrang op de (inter)nationale IC’s. Op strategische ov-locaties komen multimodale hubs met P+R. Amsterdam Centraal is het nationale hoofdstation. Station Zuid wordt het internationale hoofdstation.

Kwalitatieve beoordeling

Na de aanvulling en aanscherping van de ontwikkelperspectieven zijn ze afgelopen periode kwalitatief beoordeeld. Hierbij is gekeken naar hoe de verschillende ontwikkelperspectieven scoren in vergelijking met het referentieperspectief. Het referentieperspectief is het basisperspectief en is opgebouwd uit de plannen die tot nu toe zijn vastgesteld. Dit referentieperspectief gaat dus uit van bestaand beleid.  

Ontwikkelpad en planning

De opgaven van het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid zijn urgent en complex en overstijgen verschillende beleidsterreinen. Het is belangrijk om tot één consistent verhaal te komen, zodat we in het najaar bij de BO MIRT richtinggevende uitspraken kunnen doen. Dat doen we stapsgewijs en zowel programmabreed als voor Netwerken, Ringen en de Stad en Zuidwest Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp. Ook kijken we hoe we de kortetermijnprogrammalijnen Stedelijke Bereikbaarheid (SB) en Slimme en Duurzame Mobiliteit (SDM) in het ontwikkelpad kunnen integreren.

We zijn inmiddels hard met het ontwikkelpad aan het werk. In de nieuwsbrief van juni gaan we hier dieper op in. In november 2019 moeten Rijk en regio dit ontwikkelpad met elkaar vaststellen in de BO MIRT.