Op 22 mei vond het laatste directeurenoverleg (DO) plaats van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. Er was een volle agenda en de opkomst onder de DO-leden was hoog. Er zijn heldere besluiten genomen waar we de komende periode mee aan de slag kunnen.

Teamprestatie

We werken met 32 gemeenten, 2 provincies, Vervoerregio Amsterdam, 2 ministeries, RWS, ProRail, Schiphol, NS en andere partijen samen om tot breed gedragen besluiten te komen. Deze diversiteit wordt ook weerspiegeld in een breed en zeer professioneel programmateam. “Bij dit DO hebben de projectmanagers Camiel van Drimmelen, Robert Hijman, Anne Blankert en Bas Schimmel heldere presentaties gegeven. Het is gaaf om te zien hoe iedereen van verschillende organisaties hier staat als één programmateam”, aldus programmamanager Lennart Salemink. De presentaties gingen in op de vorming van het ontwikkelpad, de toekomstbeelden voor de corridor Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp en de rol van Stedelijke Bereikbaarheid. “De presentaties geven kleur en gevoel bij alle stukken die eronder liggen”, zegt Frans Hasselaar. “Hierdoor is het echt mogelijk het juiste gesprek te voeren.” Kleur kwam er zeker ook door de externe spreker, rijksadviseur Daan Zandbelt. Hij lichtte zijn rapport over de perspectieven toe met een landelijk en internationaal perspectief. Dit rapport wordt nu door het programmateam bestudeerd en wordt bij het volgende DO besproken.

Kwalitatief en kwantitatief

Tijdens het DO van 20 maart is uitgebreid gesproken over de ontwikkelperspectieven voor ZWASH en NRS. Daarbij is duidelijk gemaakt dat er geen keuze wordt gemaakt tussen één van deze perspectieven. Al deze perspectieven bevatten bouwstenen die worden gebruikt voor het ontwikkelpad. Ze geven een schets van de toekomst van het MRA-gebied. Het DO heeft ook gevraagd om de bouwstenen niet alleen kwalitatief, maar ook kwantitatief door te rekenen. “De eerste kwalitatieve doorrekening door Arcadis bevestigt het beeld dat alle perspectieven bruikbare bouwstenen bevatten. We gaan nu zoals besproken aan de slag met de verdere kwantitatieve doorrekeningen om snelle en goed onderbouwde keuzes voor te bereiden”, legt Lennart Salemink uit.

Samen een marmercake bakken

Op 15 maart 2018 is bij het Bestuurlijk Overleg gevraagd om een ontwikkelpad voor het hele MRA-gebied en een ontwikkelperspectief voor Zuidwest Amsterdam-Schiphol-Hoofddorp, waarvoor al meer details zijn uitgewerkt. Frans Hasselaar: “Er is geen wetboek waarin staat wat een ontwikkelpad is. We stellen dit samen met het DO op, op basis van de hoofddoelen van het programma voor onder andere woningbouw, economische toplocaties, bereikbaarheid en adaptiviteit.” Het ontwikkelperspectief begint nu duidelijk invulling te krijgen. Delen ervan belanden ook in het ontwikkelpad. “Het ontwikkelpad is een team effort. Alle programmalijnen komen erin terug. Bij een intern overleg hebben we het de marmercake genoemd die we samen aan het bakken zijn, en waarin de programmalijnen echt verweven zijn. Het ontwikkelpad moet inzicht geven in keuzemomenten en de hoofdopgaven”, aldus Lennart Salemink.

Goed op koers

Tijdens het laatste DO is vastgesteld dat de voortgang van Slimme en Duurzame Mobiliteit goed op koers ligt. Ook is gesproken over Stedelijke Bereikbaarheid, waarbij het belang van P+R-plekken duidelijk naar voren is gekomen. “De ervaringen die we opdoen in deze programmalijnen zijn essentiële onderdelen van de oplossingen op de lange termijn,” vertelt Frans Hasselaar. “Als er een half miljoen mensen bijkomen in het MRA-gebied, dan moeten we echt toe naar MIRT-onderzoeken waarin deelconcepten, multimodale hubs en spitsmijden verweven zijn.” Lennart Salemink vervolgt: “De vaststelling van het DO dat Slimme en Duurzame Mobiliteit en Stedelijke Bereikbaarheid op koers liggen, bevestigt wat wij als programmamanagers al ervaarden. We hebben alle programmalijnen nodig, om samen te kunnen blijven bouwen aan bereikbaarheid."