Voor het Multimodaal Toekomstbeeld (MTB) breekt een nieuwe fase aan. Een fase waarin de zeven sturingsprincipes van het MTB vertaald moeten worden van papier naar praktijk. Zonder projectmanager Ivo Frantzen die begin januari afscheid neemt van het programma nadat hij vijf jaar betrokken is geweest. Wat ziet hij als de kracht van het MTB? En wat hoopt hij voor zijn eigen buurt op het gebied van mobiliteit?

Lef om scherpe keuzes te maken

Frantzen kijkt met een goed gevoel terug op zijn tijd bij het programma Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB). ‘Het was een leuke en leerzame tijd’, vertelt hij. ‘Enorm fascinerend om de kruisbestuiving tussen verschillende opgaven in de Metropoolregio Amsterdam (MRA) ook mee te maken. Zoals we inmiddels al wel weten, is een leefbare omgeving meer dan alleen mobiliteit. En dat het MTB heeft bijgedragen aan het besef hiervan is mooi om te zien.’

In zijn tijd bij SBaB zag Frantzen hoe het maken van mobiliteitsbeleid veranderde. ‘We zien dat het denken is veranderd’, geeft hij aan. ‘Voorheen stond de auto centraal in veel van het beleid, maar nu merk je dat het besef leeft dat we niet op dezelfde voet verder kunnen gaan. Dat die mobiliteitstransitie nodig is, dat het niet alleen een bestuurlijke maar ook een ambtelijke verantwoordelijkheid is. En dat het lef vergt om scherpe keuzes te maken.’

Het moeilijke gesprek

Voor Frantzen ligt de moeilijkheid ook gelijk in het maken van scherpe(re) keuzes voor de toekomst van de regio. Dat ligt gedeeltelijk aan de grote opgaven die er zijn. ‘Ik merk dat we het nog lastig vinden om het moeilijke gesprek te voeren’, vertelt hij. ‘De keuzes die we moeten maken, raakt verschillende domeinen. Het gaat over bijvoorbeeld klimaat, woningbouw en brede welvaart. Daardoor zijn de keuzes die je maakt vaak stevige keuzes die bestuurlijk gevoelig kunnen liggen.’

Tegelijkertijd zijn de (financiële) middelen beperkt, merkt Frantzen op. ‘Voor de keuzes die we maken, moeten we dus ook kijken naar creatieve oplossingen.’ Het MTB is volgens Frantzen in de afgelopen 5 jaar daar ook in meegegroeid. Veel van de samenhangende sturingsprincipes van het MTB gaan over gedragsverandering en over slimmer omgaan met de bestaande infrastructuur.

Ambassadeur van het MTB

Frantzen benadrukt ook dat het MTB niet alleen over beleid en investeringen in de infrastructuur gaat. Als het aan hem ligt, is iedereen die werkt binnen SBaB een ambassadeur. Hij geeft zelf het goede voorbeeld door de auto geen hoofdrol te laten spelen in zijn leven. Vanuit zijn woonplaats in Haarlem pakt hij ook steeds vaker de elektrische fiets naar kantoor. Hij is niet zo fanatiek dat hij in de stortregen ook zo’n 20 kilometer fietst, dus dan gaat hij met het openbaar vervoer. En dat bevalt hem wel.

‘We moeten wel borgen dat de kwaliteit op orde is als we mensen willen verleiden om de overstap te maken naar OV’, zegt Frantzen. Het uitvallen van treinen en kortere treinen door personeelstekort bijvoorbeeld kan een belemmering zijn. ‘Dat probleem zie je niet alleen in de MRA. Deze uitdagingen op de korte termijn hoeven niet een grote belemmering te zijn voor de ambities op de lange termijn.’

In het MTB wordt ook aandacht gevraagd voor bereikbaarheidsongelijkheid. ‘In mijn buurt in Haarlem speelt bereikbaarheidsongelijkheid een minder grote rol’, zegt Frantzen. ‘Wel valt er nog veel winst te boeken in de gedragsverandering. De auto is nog steeds dominant in het straatbeeld. Er zijn veel stilstaande auto’s en er is weinig ruimte voor bijvoorbeeld fietsers en wandelaars.’

Sturingsprincipes in de praktijk

Nu het MTB een volgende fase ingaat en de focus ligt op het tot uitvoering brengen van de sturingsprincipes is de aanjaagfunctie van SBaB des te belangrijker geworden, vindt Frantzen. ‘Als overlegtafel moeten wij het gesprek stimuleren. Het MTB is dus geen doel op zichzelf. Het is juist het startpunt om het gesprek te voeren’, zegt hij. ‘Niet op een defensieve manier, maar juist om te motiveren om aan de slag te gaan.’

En dat gesprek is niet alleen met beleidsmakers. ‘Juist ook op lokaal niveau, met gemeenten, bedrijven, vervoerders en onderwijsinstellingen is het gesprek over het implementeren belangrijk’, voegt hij eraan toe. Hij heeft er alle vertrouwen in dat het door de gedrevenheid van het SBaB-team wel goedkomt. ‘Het team laat ook de kracht van samenwerking zien. De bereidheid om elkaar te helpen, is tekenend voor SBaB. Voor ons team en voor iedereen met wie we samenwerken.’