“Robert Hijman (ministerie IenW) stond aan het begin van Samen Bouwen aan Bereikbaarheid. In 2016 was hij samen met oud-programmamanager Frans Hasselaar kwartiermaker van het programma. Daarna werd hij binnen het programma projectmanager van de programmalijnen Netwerken, Ringen en de Stad, Ontwikkelpad Verstedelijking en Bereikbaarheid MRA 2040 en de Netwerkstrategie. In november 2020 heeft hij het stokje doorgegeven aan Jeroen Laro. Nu is hij Programmamanager Toekomstperspectief Automobiliteit. Hoe kijkt hij terug op zijn tijd bij Samen Bouwen aan Bereikbaarheid? Vijf vragen aan Robert Hijman.”

Hoe kijk je terug op je werk voor Samen Bouwen aan Bereikbaarheid?


‘Ik vind het heel bijzonder dat ik hieraan heb mogen meewerken. In de kwartiermakersfase heb ik met Frans en een team van ‘pioniers’ het fundament van het programma opgebouwd met opgaven, organisatie, werkwijze en programmalijnen. Vervolgens heb ik als projectmanager de inhoudelijke koers van het programma mogen vormgeven. Altijd met als doel de verschillende schaalniveaus - nationaal, regionaal en lokaal - en de thema’s verstedelijking en mobiliteit met elkaar te verbinden. Zowel qua inhoud als organisaties en mensen. Dat ging stapsgewijs.

Bij Netwerken, Ringen en de Stad hebben we perspectieven voor verstedelijking en bereikbaarheid geschetst ‘met de randen van het speelbord’. Om het gesprek op gang te krijgen en programmabreed richting te bepalen. Deze richting hebben vervolgens vertaald naar een gezamenlijke aanpak in het adaptieve Ontwikkelpad. En de mobiliteitskant van dat verhaal heb ik in de Netwerkstrategie mogen oppakken. Mooi dat ik die drie stappen heb kunnen vormgeven. Ik vond het een inspirerend en creatief proces. Niet alleen verkeerskundig naar de zaak kijken, met doorrekenen en modellen draaien, maar juist leren samenwerken en elkaar vinden rondom landkaarten en de tekentafel. Ik ben er als mens ook veel rijker van geworden, doordat ik kennis heb gemaakt met nieuwe mensen, werkvormen en inzichten.’

Wat vind jij de grootste prestatie van het programma tot nu toe?
 

‘Ik vind het een prestatie dat het ons echt is gelukt om verkeer en vervoer en ruimtelijke ontwikkeling samen te voegen. Dit waren twee gescheiden werelden. Voorheen werd er een wijk gebouwd en daarna werd er gemopperd dat er nog geen trambaan lag waardoor iedereen in de auto stapte. Wij hebben die werelden met elkaar verbonden. Niet alleen de technische kant, maar ook de mensen en de organisaties erachter. Daarvoor zijn we echt van ver gekomen. Toen Frans en ik startten als kwartiermakers zat er best wat onbegrip tussen het Rijk en de regio. Dat was soms behoorlijk manoeuvreren. Des te mooier is het als je ziet dat je samen steeds een stap verder komt. Zonder dit programma hadden we dit complete verhaal van mobiliteit, ruimtelijke ontwikkeling en verstedelijking nooit op orde gekregen.’

Hoe is de samenwerking met de duo-trekkers bevallen?
 

‘Heel erg goed. Ik vond de samenwerking met Frans (en later Lennart), Gerrit van der Plas en Ivo Frantzen heel prettig. Het voordeel van duo-trekkerschap is dat je beide perspectieven leert begrijpen. Je hebt duidelijk in beeld wat het Rijk en de regio wil en welke risico’s en uitdagingen er zijn. Zo kom je makkelijker tot een oplossing. Sowieso vond ik het binnen het programma- en projectteam altijd heel prettig werken. Met Ivo organiseerden we werksessies met enthousiaste experts van overheden, bedrijven en maatschappelijke partijen. In coronatijd gingen we daar online mee door. Dat hielp het verhaal naar een hoger plan te tillen en bijvoorbeeld de fiets goed op de kaart te krijgen. En we zijn met het team onder aanvoering van Gerrit gaan fietsen en wandelen door Amsterdam en de regio. Zo zagen we direct in de praktijk wat er speelt op het gebied van verstedelijking en mobiliteit. Gerrit is een goede verteller, door zijn verhalen ging het bij ons ook meteen leven. Dat was belangrijk voor ons inzicht in de opgaven, maar zeker ook voor de teambuilding!’

Wat is volgens jou de komende tijd de grootste uitdaging voor het programma?
 

‘Het programma gaat weer een nieuwe fase in. Het komend jaar worden er opnieuw belangrijke besluiten genomen over de verschillende oplossingsrichtingen. En er komt een nieuw kabinet met wellicht nieuwe plannen en eisen. Dan is het belangrijk dat je begrip houdt voor elkaar. Je merkt dat we veel hebben bereikt, ondanks de verschillende beelden die leven. Bijvoorbeeld over de rol van automobiliteit: hoe gaan we daarmee om en hoe kunnen we dit verduurzamen? Er zijn verschillende manieren hoe je dit kunt aanpakken, en daar moet je elkaar in vinden. Zeker omdat er nog flink wat keuzes aankomen. Dan is het goed als alle neuzen binnen Samen Bouwen aan Bereikbaarheid dezelfde kant op staan en dat er begrip voor elkaar is. Samen zoeken naar oplossingen – dat is en blijft een mooie, pittige opgave.’

Heb je nog tips voor je opvolger?


‘Ik heb er twee. Of eigenlijk niet zozeer tips, maar dingen die ik wil meegeven. Eén: je moet lef tonen. Dit werk lukt alleen als je jezelf gesteund voelt en ruimte krijgt. Dat is best een spannend proces geweest, maar ik heb altijd steun van mijn omgeving gehad. Zoals van de programmamanagers en mijn eigen directeuren. We hebben soms moeilijke gesprekken gevoerd in het programma, maar dat kon ook, want ondanks alles was die steun er. En dat gun ik iedereen. En het tweede wat ik wil meegeven: hou die spirit vast. Hou plezier in je werk, in je team en met de mensen om je heen. Dat is zo belangrijk, dat je het leuk hebt samen. Ik ben echt trots dat ik zo’n topteam met Stijn en Martijn aan het roer achterlaat. Keep up the good work!’