Hoe stimuleer je treinreizen? En hoe bereik je nieuwe bewoners precies op het juiste moment met een aantrekkelijk mobiliteitsaanbod? Die vragen stonden centraal in de pilot in de Zaandamse wijk Kogerveld. De pilot werd uitgevoerd door Samen Bouwen aan Bereikbaarheid (SBaB), NS, gemeente Zaanstad, Vervoerregio Amsterdam en ontwerpbureau/uitvoeringspartij Ideate. Het project laat zien hoe samenwerking, timing en maatwerk kunnen bijdragen aan duurzamer reisgedrag. Voor SBaB is het beïnvloeden van reisgedrag een belangrijke stap richting een beter bereikbare regio.
De pilot in Oostzijderpark
De pilot vond plaats in Oostzijderpark, een nieuwe wijk vlak naast station Zaandam Kogerveld. Nieuwe bewoners ontvingen een welkomstpakket met een gratis NS Flex Dal Voordeel-abonnement (zes maanden), twee dagkaarten voor de bus van EBS en drie kaarten met fiets- en wandelroutes in de buurt. Het doel: duurzaam reisgedrag stimuleren, zoals vaker reizen met het ov, fietsen en wandelen.
Verhuizen is een moment waarop routines veranderen. Daarom onderzochten de betrokken partijen of dit aanbod bewoners helpt om hun reisgedrag aan te passen. Met circa 500 woningen in ontwikkeling en goede ov-verbindingen is Oostzijderpark een kansrijke plek voor deze aanpak.
Een initiatief dat verbindt
NS nam het initiatief voor de pilot. “Bij NS willen we meer mensen in de trein krijgen,” zegt Mark Sloothaak (NS). Omdat NS geen direct contact heeft met nieuwe bewoners, werd actief de samenwerking gezocht met gemeente Zaanstad en Vervoerregio Amsterdam. “De gemeente bracht lokale kennis in en haalde Vervoerregio Amsterdam erbij”, vertelt Sloothaak. Die samenwerking was cruciaal om het project van de grond te krijgen.
Lokale kennis als sleutel
Marco van Zanen (gemeente Zaanstad) trad op als gemeentelijk aanspreekpunt. “We kennen de buurt, weten wat er gebouwd wordt, welke woningprojecten er al zijn en wie er komen wonen. Dat maakt gerichte communicatie mogelijk.” De gemeente speelde ook een rol in de financiering en zag de pilot als kans om duurzame mobiliteit te stimuleren én lessen te trekken voor toekomstige gebiedsontwikkelingen.
Van Zanen benadrukt dat het aanbod zelf, een mobiliteitspakket, niet in beton gegoten hoeft te zijn en dat je flexibel moet zijn in de gekozen aanpak: “We hebben gekozen voor een bepaald pakket, maar de pilot laat ook zien dat je moet blijven leren. Wat werkt in Kogerveld, werkt misschien niet in een andere wijk.”
Gedragsverandering begint bij timing
Jolien van der Meché (Ideate) legt uit waarom het verhuismoment zo krachtig is: “Verhuizen doorbreekt gewoontegedrag en mensen moeten nieuwe routines ontwikkelen. Als je dan duurzame mobiliteit aantrekkelijk maakt, vergroot je de kans dat het de nieuwe norm wordt.”
Toch bleek tijdens de pilot dat mobiliteit niet vanzelf bovenaan het prioriteitenlijstje stond voor veel nieuwe inwoners. “Mensen zijn vooral bezig met klussen, regelen en kennismaken met de buren. Mobiliteit komt pas later,” aldus Jolien. Door aan te sluiten bij sociale momenten in de wijk, werd mobiliteit beter onder de aandacht gebracht.
Samen leren voor de toekomst
Mark Degenkamp (Vervoerregio Amsterdam en SBaB) zag in de pilot een kans om kennis op te doen en te delen. “Reisgedrag veranderen is een belangrijk thema binnen SBaB en de Vervoerregio. Deze pilot bood ruimte om te experimenteren, te leren en samen slimmer te worden. De lessen uit de pilot Kogerveld gaan we verder toepassen binnen SBaB. Bijvoorbeeld bij een project met nieuwe woningen in Amsterdam-Zuidoost.”
Mark Sloothaak (NS) kwam ook met inzichten: “Je moet mensen echt benaderen, niet alleen een mobiliteitsaanbod neerleggen. Ontwikkelaars kunnen daarbij een interessante schakel zijn. Dat is een mooi punt voor vervolgonderzoek.”
SBaB staat open voor samenwerking met gemeenten in de MRA die mobiliteitsgedrag van nieuwe bewoners willen beïnvloeden.
Leren door flexibiliteit en contact
De pilot draaide om mobiliteit, maar ook om samen leren. “Een pilot kan alleen mislukken als je er niets van leert,” stelt Jolien van der Meché (Ideate). Dankzij een flexibele aanpak konden de betrokken partijen voortdurend bijsturen en inspelen op wat er in de wijk gebeurde. Sarah van de Velde (Ideate) vult aan: “We ontdekten dat bewoners vaak pas enige tijd na oplevering hun woning betrekken. Dat beïnvloedt wanneer ze openstaan voor mobiliteitsaanbod.”
De pilot bewees dat het loont om letterlijk de wijk in te gaan en het gesprek aan te gaan. Een goed voorbeeld daarvan was de welkomstdag, waar we met een koffiekar aanwezig waren om bewoners te informeren over het mobiliteitsaanbod. “Die persoonlijke benadering verdubbelde het aantal aanmeldingen voor deelname aan de pilot. Dat laat zien hoe belangrijk timing en contact zijn als je een bewonersaanpak onderzoekt. Je maakt mobiliteit tastbaar”, aldus Sarah.
Bewoners zijn in gesprek op de welkomstdag. Foto: Rick Akkerman
Samenwerking als fundament voor impact
De kracht van het project zat in de samenwerking tussen partijen, ieder met hun eigen expertise en netwerk. “Via Ideate hoorden we ook andere signalen uit de wijk”, vertelt Marco van Zanen (gemeente Zaanstad). “Dat gaf ons als gemeente de kans om snel te schakelen. De pilot werd zo meer dan een mobiliteitsproject. Het werd een luisterend oor voor de wijk.”
Mark Degenkamp (Vervoerregio Amsterdam) benadrukt: “Het ging ons niet om grote aantallen verkrijgen voor het onderzoek van de pilot, al hoopten we dat natuurlijk wel. Het ging om het leeraspect en dat is gelukt. Het is een gezamenlijk initiatief van alle betrokken partijen. Door samen te werken ontstond ruimte voor experimenteren, aanpassingen maken en echte impact op lokaal niveau.
Meer weten?
Naar aanleiding van de pilot is een rapport opgesteld met aanpak, resultaten en leerpunten. Download het rapport rechtsbovenaan deze pagina.