Alwin Bakker werkt sinds vijf maanden als procesregisseur bij Amsterdam Bereikbaar. Met zijn jarenlange ervaring bij Zuid-Holland Bereikbaar en nu ook bij Amsterdam Bereikbaar, weet hij als geen ander hoe belangrijk samenwerking en een lange termijnvisie zijn. “De manier waarop we Nederland bereikbaar kunnen houden, is door hinderopgaven en mobiliteitstransitie in samenhang te benaderen.”
Van projectdenken naar gebiedsgerichte aanpak
Alwin begon zijn werk aan mobiliteitsvraagstukken bij Zuid-Holland Bereikbaar. Daar richtte hij zich bijvoorbeeld op hinderopgaven zoals het project Korte Termijn Maatregelen A15 voor een betere spreiding van het verkeer en groot onderhoud aan de A15. “We keken daar op een andere manier naar de snelweg A15. Niet de snelweg verbreden, maar juist naar gedragsverandering bij mensen die snel de auto pakken. Dat was een omslag in denken.”
Die gebiedsgerichte aanpak bleek succesvol en werd later ook bij Amsterdam Bereikbaar toegepast. “In plaats van project voor project te benaderen, kijken we nu naar het hele gebied en wat de alternatieven zijn. Alternatieven zoals zijn de fietspaden op orde? Is er voldoende openbaar vervoer, ook over water? En hoe ziet dat eruit over tien jaar? Maar we kijken ook naar de korte termijn. Zo zetten we in de Amsterdamse regio’s kortingsacties in. We bieden verschillende kortingsacties aan voor het ov en deelvervoer.”
“Het gaat niet alleen om tijdelijke maatregelen, maar om structurele alternatieven voor de lange termijn.”
De kracht van samenwerking met SBaB
De samenwerking tussen SBab en Amsterdam Bereikbaar werkt volgens Alwin fijn. “SBaB heeft een langetermijnvisie die perfect aansluit op onze hinderopgave. Ook hebben diverse gezamenlijke doelen en werken we bijvoorbeeld gezamenlijk aan één bestuurlijke notitie en één jaarplan.”
“Een ander voorbeeld van deze samenwerking is hoe we onze werkgeversaanpak hebben gekoppeld aan de hinderaanpak. Hierdoor worden werkgevers tijdig geïnformeerd over werkzaamheden en verwachte hinder en zetten we deze momenten actief in om structureel gedrag te veranderen. Via het programma ‘Spreiden en mijden’ stimuleren we, samen met partijen als NS en gemeenten, alternatieve opties zoals OV, fiets en thuiswerken. Dat doen we niet alleen in de vorm van communicatie, maar ook met kortingsacties en monitoring. Dit programma koppelt acute hindervermindering (zoals in 2025) aan een bredere gedragsverandering richting 2035.”
Een spil tussen partijen
Als procesregisseur is Alwin de verbindende schakel tussen partijen als Rijkswaterstaat, NS, ProRail, de gemeente Amsterdam en de provincie. Amsterdam Bereikbaar is een interactieplatform. Die centrale positie maakt het werk extra interessant. “We werken met mensen uit de regio én van daarbuiten. Mensen met uiteenlopende expertises, achtergronden en werkervaring. Dat houdt je scherp, zorgt voor frisse perspectieven en helpt om samen buiten de gebaande paden te denken. Ondanks verschillen werk je toch aan hetzelfde doel: de regio Amsterdam bereikbaar maken én houden.”
Met een jaarplan als leidraad bewaakt Alwin elk kwartaal de voortgang. ""In mijn rol verbind ik mensen met elkaar en faciliteer ik de samenwerking tussen diverse werkgroepen. Soms schuurt het, maar juist dan is het belangrijk om het gesprek aan te gaan. Mijn aanpak helpt om ook na wrijving weer samen de juiste koers te vinden.”
"Mijn rol is om richting te geven, energie op de projecten te houden en te zorgen dat we doen wat we hebben afgesproken."
Van tijdelijke pieken naar structurele aanpak
Alwin ziet een duidelijke dynamiek in de hinderopgaven. “Eerst hadden we veel projecten van Rijkswaterstaat, nu verschuift de focus naar gemeentelijke projecten. Die afwisseling maakt het werk interessant, want je werkt telkens met andere partijen en besluitvormingsprocessen.” Volgens hem is het belangrijk om per jaar te kijken waar het zwaartepunt ligt, maar ook om verder vooruit te denken. “We denken vaak dat de huidige hinderopgaven al groot zijn, maar als je kijkt naar de technische levensduur van bruggen, staan we pas aan het begin. De bruggen uit de jaren 1960 en 1970 worden nu vervangen. Maar de echte piek komt pas over tientallen jaren, als de bruggen uit 2000–2010 aan de beurt zijn. We zijn pas net begonnen.”
“Iedereen zegt: dit is de grootste mobiliteitsopgave ooit. Maar het hangt er vanaf met welke bril je kijkt."
Naar continuïteit in plaats van tijdelijkheid
Alwin vergelijkt de huidige situatie met een sneeuwbol die net is geschud. “Er is veel in beweging gezet, de sneeuw dwarrelt nog neer. Allerlei projecten lopen door elkaar en langzaam ontstaat de vraag: hoe gaan we de hinderopgave de komende jaren structureel aanpakken?” Hij ziet het als zijn rol als procesregisseur om de balans te bewaken tussen de korte termijn en de lange termijn. “We moeten van tijdelijkheid naar continuïteit. De hinderopgave wordt een ‘going concern’, iets dat blijvend aandacht vraagt. En dat vraagt om een andere manier van organiseren, denken en samenwerken.”
Ambitie en uitdagingen
Zijn persoonlijke ambitie? “Een goed jaarplan neerzetten dat aansluit op de nieuwe context, met meer focus op gemeentelijke projecten. En zorgen dat we ‘spreiden en mijden’ goed integreren in de dialoog met de omgeving.”
De grootste bedreiging voor duurzame mobiliteit ziet Alwin in het ontbreken van goede alternatieven. “Lukt het ons in Nederland om de basiskwaliteit van het openbaar vervoer in stand te houden? Zeker in buitengebieden. Als daar geen OV meer is, stappen mensen toch weer in de auto richting de stad.” Ook in stedelijke gebieden is het volgens hem cruciaal dat het aanbod van alternatieven aansluit op de vraag. “We moeten zorgen dat die basiskwaliteit op orde blijft, ook op de lange termijn. Maar dat vraagt iets van ons allemaal. Zeker met uitdagingen zoals vergrijzing, denk aan het tekort aan buschauffeurs en het bekostigingsvraagstuk.”
Toch blijft hij positief. “Zolang we blijven samenwerken, blijven verbinden en blijven vooruitkijken, kunnen we Nederland bereikbaar houden. Ik blijf mij inzetten voor een bereikbare toekomst. Hierin staan samenwerking, visie en daadkracht centraal.”